In dit bekende legspel bouwen de spelers gezamenlijk de Franse stad Carcassonne op met al haar wegen, steden, kloosters en weiden. Door het inzetten van horigen scoren ze punten voor afgebouwde projecten. Elke beurt leg je één landschapstegel neer en mag je er één horige opzetten. Welk soort dat is hangt van de tegel af. Zo zijn er tegels met wegdelen, met kloosters, met stadsdelen en/of met stukken weide. In principe mag er niet meer dan één horige op een project staan, maar als twee onafgebouwde delen aan elkaar worden gebouwd, kan het toch voorkomen dat er meer horigen op terecht komen. Wie de meeste horigen op een afgebouwd project heeft, krijgt daar direct punten voor. Voor elk soort project gelden verschillende spelregels voor het aantal te ontvangen punten. Het spel is afgelopen als alle tegels zijn gelegd. Wie de meeste punten heeft, wint.

Carcassonne is zowel bij families als bij veelspelers geliefd, omdat het ondanks de eenvoudige spelregels voldoende diepgang heeft. Het vleugje geluk geeft iedereen de mogelijkheid om tot het einde om de winst mee te doen.